Weinig tot geen koolzuur in bier
Wanneer je zelf bier brouwt en je werkt met hergisting op de fles, dan ga je er vanuit dat er koolzuur in je bier komt. Het kan in een enkel geval voorkomen dat er vrijwel geen koolzuur in zit en dat de mooie schuimkraag ontbreekt. Wij geven wat ideeën waar het aan kan liggen en een tip hoe je er misschien tóch nog koolzuur in krijgt.
Bottelsuiker
Door suiker toe te voegen bij het bottelen, kan je bier gaan hergisten op de fles. Er komt dan koolzuur in en het zorgt voor een schuimkraag. Als je te weinig suiker toevoegt, kan de hergisting misschien wat moeilijk op gang komen. Je kunt dit schemaatje aanhouden voor de hoeveelheid suiker die je kunt gebruiken bij het bottelen.
Moment van bottelen
Het moment van bottelen is ook van belang. Als je heel lang wacht met bottelen en je bier is helemaal uitgegist en helder, dan kan het zijn dat de hergisting ook iets trager op gang komt.
De temperatuur
Nadat je het bier hebt gebotteld is de temperatuur heel belangrijk. Als je met bovengistend bier werkt, moet je je bier weer op kamer temperatuur wegzetten om de hergisting op gang te brengen. Zet je het bier in de koelkast, dan zal de hergisting niet op gang komen en krijg je geen koolzuur in je bier.
De tip!
Dus mocht je bier hebben zonder koolzuur en schuim; schud het bier voorzichtig door elkaar, zodat de suiker en de gist door het bier heen gaan en zet het bier daarna op een warme plek weg. Op deze manier komt de vergisting vaak wel weer op gang.