Zelf bier brouwen: het brouwproces

Als liefhebber van bier moet je het eigenlijk wel eens geprobeerd hebben: je eigen bier brouwen!

In deze blog wordt beknopt het brouwproces uitgelegd in een negental stappen:

1. Mouten: verwerken van granen tot gedroogde, gekiemde korrels. Als beginner koop je over het algemeen gemoute granen. Deze stap wordt zodoende door de thuisbrouwer veelal overgeslagen.
2. Schroten: in de tweede stap schroot je het mout. Je vermaalt je mout, zodat er zetmeel los komt. Dit moet wel met beleid gebeuren. Het kaf van je mout moet zoveel als mogelijk intact blijven. Wij gebruiken hiervoor een schrootmolen. Lees hier meer over het schroten van mout. Echter kun je mout ook vaak geschroot kopen voor een paar euro extra.
3. Maischen: het geschrote mout in water oplossen en voor verschillende periodes tot verschillende temperaturen verwarmen. Echter kan ook voor een eenstaps maischschema gekozen worden, waarbij een constante temperatuur wordt aangehouden. Er zijn verschillende maisschema’s mogelijk, volledig afhankelijk van het resultaat dat je wilt bereiken. Tijdens het maischen wordt zetmeel omgezet in vergistbare suikers, maar ook in nietvergistbare suikers. Deze suikers zorgen voor de smaak. Lees hier meer over het maischen.
4. Klaren/filteren: de vloeistof filteren tot wort. De vloeistof en het mout scheidt je van elkaar.
5. Spoelen: na het scheiden van de vloeistof houd je een restant van mout over (bostel). Afhankelijk van hoeveel wort je wilt overhouden, gooi je hier rustig water overheen van zo’n 90 graden. Dit water trekt door je bostel heen en moet vervolgens door een filter gaan en bij je wort terecht komen. Lees hier gedetailleerder hoe wij het proces van klaren/filteren en spoelen aanpakken.
6. Wort koken: wort is de basis van het bier. Dit wordt gekookt en de hop wordt toegevoegd. Hoe eerder je de hop toevoegt aan het bier, hoe bitterder het bier wordt. Voeg je de hop later toe – tijdens of na – de kook, dan zorgt dit voor hopachtige aroma’s. Lees hier meer over het koken van wort.
7. Koelen: na het koken van het wort, haal je de hop eruit en kan het koelen beginnen. De temperatuur van het bier moet zo snel mogelijk teruggebracht worden, naar de temperatuur waarop je wilt gaan gisten (afhankelijk van het type gist dat je gaat gebruiken in de volgende stap). Lees hier hoe wij wort koelen.
8. Gisting: gist en lucht wordt aan de gefilterde wort toegevoegd. Dit kun je doen door je gist relatief ruig door je wort heen te roeren. Dan kan het gaan gisten. De vergistbare suikers uit het wort worden omgezet in alcohol en smaakstoffen. Dit is de hoofdgisting. Vervolgens krijg je de “tweede” gisting; het lageren. Wanneer je dit in afgesloten vaten/ketels doet krijg je koolzuur en wordt het bruisend en echt heerlijk. Lees hier hoe wij gisten.
9. Bottelen: uiteindelijk gaat het bier de flessen (of vaten) in! Thuisbrouwers voegen vaak nog suiker toe aan het bier, zodat het opnieuw gaat gisten in de fles. Zo krijg je nog meer smaak en vooral ook koolzuur.