Bier bewaren

Veel mensen denken er waarschijnlijk niet bewust over na, maar hoe je je bier bewaart is van grote invloed op de smaak. Je dient het bier te bewaren op een donkere, koele (tussen de 10 en 15 graden), enigszins temperatuur constante plek. Wanneer je bier in (direct) zonlicht staat is het binnen de kortste keren verpest. Wanneer je een kelder in huis hebt, is dit dus een ideale plek om je bier te bewaren.

De koelkast lijkt een goede plek om bier te bewaren, omdat het donker en temperatuurconstant is. Maar omdat het te koud is, komt dit het rijpingsproces niet echt ten goede.

Flessen met een kroonkurk kun je het beste rechtop bewaren. Wanneer je een bier hebt met hergisting op de fles, zinkt de gist mooi naar de bodem en blijft je bier helder. Flessen met een kurk kun je het beste liggend bewaren. Wanneer je deze rechtop bewaart, droogt de kurk uit, waardoor het bier sneller oud wordt.

Donkere bieren (quadrupels, dubbels, stouts, etc.) zijn het beste om langere tijd te bewaren. Lichte bieren als pilsners en IPA’s zijn bieren die sneller in kwaliteit verliezen. Bij IPA’s vervliegen bijvoorbeeld na enige tijd de hoparoma’s, waardoor je bier veel minder smaakvol wordt. Het is ook niet voor niets dat IPA’s steeds vaker worden afgevuld op blikken. Hier kan geen direct zonlicht bij komen, het vertraagt het verouderingsproces en de hoparoma’s blijven langer aanwezig.

Uiteraard als je eenmaal hebt besloten om een biertje te gaan drinken, moet je ‘m even in de koelkast zetten. Maar “hoe kouder, hoe beter” is zeker niet van toepassing op bier. Daar hebben we al eens eerder wat over geschreven. Zie hier.